In het kader van haar thesis gaat ingenieursstudente Lise Vermeersch van de VUB een middel zoeken om het bladgoud van de Schwedagon-pagode in Yangon (Myanmar) beter vast te hechten aan de befaamde gouden Boeddha-tempel. Het dak van de tempel is bezet met 50 ton bladgoud, dat op sommige plaatsen met de regelmaat van de klok los komt en afschilfert. Het gevolg: om de vijf jaar verdwijnt de stralende tempel achter stellingen, wordt het goud er af gehaald en in de mate van het mogelijke gerecupereerd om er dan weer aan te worden gekleefd.
“De grootste problemen doen zich voor op de koepel, waar het bladgoud verlijmd is op een koperen ondergrond”, zegt Lise Vermeersch, die onder leiding van de professoren Herman Terryn en Tom Hauffman het probleem gaat bestuderen. “Er zijn een aantal mogelijke oorzaken voor het lossen van het goud. Enerzijds is er de warmte. Als het erg heet wordt zet de koeren koepel uit en kan het zijn dat het goud dat erop verlijmd is begint te lossen. Bovendien is het niet evident om twee metalen op elkaar vast te lijmen. De hechting laat soms te wensen over. Er is ook de geografische ligging van de tempel, dicht bij de zee, waardoor het mogelijk is dat het koper onder het bladgoud corrodeert en daardoor het goud loslaat.”
Naar het lijmen van goud op deze schaal is nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek gevoerd, waardoor er in de literatuur weinig over te vinden is. Als het mogelijk is te bepalen wat de oorzaak is, kan men op zoek gaan naar duurzame oplossingen. Want de vijfjaarlijkse ontmanteling van de koepel is een kostelijke zaak. De stupa is in die mate belangrijk voor boeddhistische pelgrims, dat die kosten voor lief worden genomen. Naar verluidt worden er acht haren van Boeddha Gautama bewaard en behoort de tempel tot de meest belangrijke Boeddhistische stupa’s in de wereld. De vergulde tempel is door de gouden afwerking zichtbaar doorheen heel Yangon, zowel ’s nachts als overdag. Er werken ongeveer 1500 mensen op dagelijkse basis. De tempel is 98 meter hoog en is al verschillende keren herbouwd, nadat aardbevingen hem beschadigd hadden. De vele pelgrims die het heiligdom jaarlijks bezoeken, doen tijdens hun bezoek in de mate van het mogelijke een bijdrage om de tempel in ere te houden, ondanks de soms schrijnende armoede in het land.
Het contrast tussen de rijkdom van de tempel en de omringende armoede van is merkwaardig. De tempel en zijn rijkdommen worden beheerd door monniken en er is ongeveer 50 ton aan bladgoud nodig om de tempel volledig te bedekken. Gezien de hoeveelheid goud die er nodig is voor de restauratie, hebben de beheerders van de tempel zelfs een eigen, kleine goudfabriek neergepoot in de buurt.
Het onderzoek zit nog in de analysefase. In Brussel worden op dit ogenblik preparaten van het dak onderzocht om precies te achterhalen waarom de structuur faalt. Die stalen kwamen in Brussel terecht nadat Professor Herman Terryn zelf ter plaatse ging kijken op vraag van zijn oud-PhD studente Shwe Wut Hmon Aye, die zelf afkomstig is uit Myanmar.