Ondanks de soms kwalijke gevolgen wordt sexting stilaan beschouwd als gedrag dat past binnen de normale seksuele ontwikkeling van jongeren. Genade Dewaele, die dit jaar afstudeert als Master in de Agogische Wetenschappen aan de VUB, onderzocht in het kader van haar masterthesis welke normen jongeren hanteren om te bepalen of het aanvaardbaar is om een sext te verspreiden. Het tonen of doorsturen van seksueel getinte beelden van zichzelf wordt door de meeste jongeren niet als acceptabel beschouwd en de verspreiding van een sext op sociale media roept bij de meesten een gezonde weerstand op.
Pikante foto’s van anderen aan elkaar tonen wordt door 68,7 procent van de jongeren afgekeurd, ze doorsturen naar nog anderen door liefst 79,5 procent. “Meisjes vinden het altijd minder aanvaardbaar dan jongens dat er beelden worden verspreid”, zegt Dewaele. Toch wordt sexting niet meer, zoals in studies van enkele jaren geleden, als deviant of afwijkend gedrag beschouwd. “Het pas perfect in de hedendaagse beleving van de seksualiteit van jongeren, waarin de sociale media een belangrijke plaats verworven hebben.”
Voor haar onderzoek organiseerde Dewaele een geanonimiseerde bevraging van 668 jongeren en focusgroepgesprekken in twee Vlaamse scholen. Het ging daarbij zowel over jongens als over meisjes met een leeftijd tussen 14 en 18 jaar oud. Iets minder dan 33 procent volgde les in het Beroepsonderwijs (BSO), 36 procent in het technisch onderwijs (TSO) en ruim 31 procent in het ASO.
Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat de tolerantie tegenover het verspreiden van sexts daalt met de leeftijd, dat meisjes het minder acceptabel vinden dan jongens en dat jongens uit het BSO er minder erg in hebben dan jongens en meisjes uit het ASO en TSO. Verder is het volgens jongeren bij sexting in een relatie minder aanvaardbaar om pikante foto’s met de wereld te delen dan wanneer de sexters single zijn en hebben jongeren het moeilijker met beeldmateriaal van het onderlichaam dan met foto’s van het bovenlichaam. Volledige naaktfoto’s van een ander publiceren ligt moeilijker dan het publiceren van geïsoleerde lichaamsdelen. Eigenaardig genoeg speelt de herkenbaarheid minder een rol: bij foto’s waarop ook het gezicht prijkt, zijn de resultaten nagenoeg identiek. Dat komt volgens Dewaele omdat het gezicht van iemand niet het enige is dat zijn identiteit verraadt. “Jongeren hebben ander manieren om te weten wie op een foto prijkt”, aldus Dewaele
“Sexting afdoen als iets louter negatiefs zou de realiteit geweld aandoen”, zegt Dewaele. “Het kan ook een positief effect hebben voor het zelfvertrouwen, kan het zelfs relatieversterkend werken, bijvoorbeeld als het gebeurt binnen de context van een koppel. Toch is er ook voorzichtigheid geboden, want sexting kan sociale en persoonlijke gevolgen hebben voor zij die met ongewenste verspreiding te maken krijgen. Het is daarom hoog tijd dat het thema meer gewicht krijgt in het onderwijs, bijvoorbeeld in het kader van de nieuwe eindtermen waarin nu al meer aandacht is voor mediawijsheid. Ook sexting hoort daar ontegensprekelijk bij.”