Image default
AardeBiologieTechnotelex

Ook sommige vleermuizen zijn trekkers

Over de vleermuizentrek was in Europa tot voor kort maar weinig gekend. Verspreid over het vasteland waren er een beperkt aantal terugmeldingen van her en der gemerkte dieren, die dankzij ringonderzoek, vergelijkbaar met het het ringen van vogels, in Frankrijk en Duitsland al sinds de jaren 1930, konden worden geretraceerd naar andere leefgebieden. Door de beperkingen van die methode bleven de grote vragen onbeantwoord: waar trekken vleermuizen tijdens de winter heen, hoe ver vliegen ze… Grootschalig ringonderzoek in Letland, Duitsland en Groot-Brittannië, met de inzet van warmtecamera’s, automatische ultrasoon-detectoren, piepkleine radiozendertjes, GPS-loggers, isotopenonderzoek en andere hightech methodes, zorgt anno 2019 brengt de vleermuizentrek eindelijk op een betrouwbare manier in beeld.

De resultaten van het onderzoek zijn ronduit spectaculair. Niet alleen leggen sommige dieren onverwacht grote afstanden af, soms tot wel 3000 km, een deel van sommige vleermuispopulaties blijkt daarbij zelfs de Noordzee over te vliegen, richting de Britse eilanden en vice versa. Vleermuizen op trek hebben af te rekenen met tal van bedreigingen: een netwerk van felverlichte wegen, woon- en industriegebieden, uitgestrekte landbouwgebieden met weinig schuilmogelijkheid of voedselaanbod, en niet in het minst een toenemend aantal windparken op land en op zee. Windturbines zijn natuurlijk onontbeerlijk bij het in praktijk brengen van de energietransitie, maar wanneer ze op de verkeerde plek en op het verkeerde moment draaien vallen er soms veel slachtoffers. Om windturbines dus helemaal ‘duurzaam’ te mogen noemen zijn een aantal randvoorwaarden in acht te nemen.

Net daar wringt het schoentje. De constructie van windparken is volop aan de gang, maar het vraagt intussen ook tijd om de recent verzamelde kennis en inzichten om te zetten in slim beleid. Doordat vleermuizen ook landsgrenzen overschrijden dragen individuele landen een grensoverschrijdende verantwoordelijkheid. Daarover Gevel-spotting: made in Belgium

“Een wat vreemde gewoonte van vleermuizen op trek is dat ze niet altijd de moeite nemen om onderweg een schuilplaats te zoeken”, zegt Bob Vandendriessche van de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt. “Sommige dieren hangen zich overdag gewoon ergens tegen de gevel van een gebouw te rusten. Het fenomeen doet zich blijkbaar vooral voor langs de kust, en gezien de Belgische kust per strekkende kilometer nogal wat bebouwing  telt, is het ‘gevel-spotten’ hier sinds een paar jaar uitgegroeid tot een nieuwe methode om de vleermuizentrek te monitoren. We wekten er zelfs de interesse mee van onze Noord-Franse collega’s , die ons uitnodigden voor de eerste excursie ‘gevel-spotting’ langs de Noord-Franse kust. Met resultaat: in Bray-Dunes liet een ruige dwergvleermuis zich uitgebreid bewonderen en fotograferen, en ook in Oostende werden die dag twee ruige dwergvleermuizen gespot. Doordat geen van de diertjes geringd was, is hun herkomst moeilijk te achterhalen, maar wellicht hadden ze tot dan al minstens duizend nachtelijke vliegkilometers op de teller. maakten de Verenigde Naties al in 1983 wereldwijd afspraken, vastgelegd in het Verdrag van Bonn.

Wellicht trekken niet alle vleermuizen. “We zien vooral bewegingen van noordoost naar zuidwest, en dan meestal uit het hoge noorden naar gebieden met een gematigder klimaat”, zegt Vandendriessche. “Soms is het bovendien moeilijk om het onderscheid te maken tussen zogenaamde dispersie – individuele vleermuizen die een populatie verlaten en gaan zwerven tot ze een nieuwe populatie vinden- en echte trek.”

Om meer duidelijkheid te krijgen over het trekfenomeen steken op 8 en 9 november een honderdtal internationale vleermuisonderzoekers de hoofden bij elkaar in Oostende en Brugge. De tweedaagse bijeenkomst besteedt aandacht aan de wetenschappelijke kennis over vleermuizenmigratie en aan de resultaten van het hoogtechnologisch onderzoek dat hierrond recent gebeurd is. Dankzij de combinatie van nieuwe technieken en de samenwerking tussen verschillende partners (professionele wetenschappers, amateur-experten en studiebureaus) kunnen we beter inschatten wat de effecten zijn van windturbines en nachtelijk kunstlicht op vleermuizen, en kan op basis van objectieve feiten, een pakkeet aanbevelingen worden opgesteld voor onder andere ontwikkelaars van windparken. De nieuwe kennis laat toe om beter onderbouwde adviezen op te stellen in functie van omgevingsvergunningen.

De studietweedaagse kadert in het micro-Interreg-project Chiro’Act en wordt georganiseerd door het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel(KBIN), het Regionaal Landschap Houtland en de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt Studie. De focus van de studiedagen ligt op het Noordzeegebied, maar ook resultaten uit het binnen- en buitenland komen aan bod.

 

Vier kinderen op tien vinden geen opvang in Franstalig Brussel

Christian Du Brulle

Unieke test verhindert dat atleten niet meer herstellen bij overtrainen

frans

Belgische vleermuizen kunnen Covid-19 niet doorgeven

Christian Du Brulle