De impact van de coronamaatregelen op gezinnen is groot. Dat blijkt uit de resultaten van een grootschalig onderzoek van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van Hogeschool Odisee, bij maar liefst 5.245 respondenten. Opvallend is dat thuiswerk, ondanks de stressvolle combinatie werk-gezin, toch als een meerwaarde wordt gezien: 84 procent wil na de coronacrisis thuiswerk behouden. De relatie met de partner verloopt over het algemeen goed, maar bij de helft van de koppels is de intimiteit verminderd. En tot slot, ook opvallend: 8 op de 10 oma’s en opa’s leerden Skypen tijdens de lockdown. De online bevraging werd op maandag 23 maart gelanceerd. 5245 mensen namen deel, 3527 ouders en 534 grootouders.
Thuiswerk: niet evident, maar 84 procent wil het behouden na corona
Thuiswerk in combinatie met de opvang van de kinderen is in coronatijden allesbehalve evident, zo blijkt uit de resultaten. Bijna 9 op de 10 respondenten die van thuis uit werken, ervaren een grote druk. Ze geven aan dat de werk- en gezinstaken voortdurend door mekaar lopen. Ongeveer de helft van alle thuiswerkers vindt dat ze niet voldoende aandacht kunnen schenken aan hun kinderen.
Ook de kwaliteit van het werk lijdt eronder. Bijna alle gezinnen geven aan dat de balans moeilijk is en dat de concentratie op het werk daalt. Dat geldt voor elke leeftijdsgroep die bevraagd werd. Meer dan de helft (64 procent) geeft aan dat ze zich moeilijk kunnen concentreren wanneer de kinderen thuis zijn en 68 procent van de thuiswerkers geeft toe dat ze daardoor minder uren kunnen presteren dan normaal, terwijl de prestatiedruk wel hoog blijft.
De leeftijd en het geslacht van de respondent, de leeftijd van het jongste kind, het inkomen, de woonsituatie en de sector waarin men werkt zijn doorslaggevend in de beleving van de combinatie arbeid en gezin. Ouders met jonge kinderen blijken het meest te worstelen. Ze voelen zich emotioneel meer uitgeput en kunnen zich daardoor minder goed concentreren op hun werk. Ze geven duidelijk aan dat deze situatie niet heel lang houdbaar is. Ook mensen die niet rondkomen met hun inkomen, hebben het moeilijk. Bijna 42 procent heeft moeite om zich te concentreren omwille van de verantwoordelijkheden thuis.
Opvallend is dat telewerk ondanks de toegenomen stress toch positief beoordeeld wordt. 84 procent hoopt dat thuiswerk ook na corona nog mogelijk zal zijn. Miet Timmers, onderzoeker van het Kenniscentrum voor Gezinswetenschappen, ziet een opportuniteit, maar plaatst wel een kanttekening: “Respondenten geven aan dat thuiswerk in normale omstandigheden kan helpen om een goede balans te vinden tussen werk en gezin. Ik voorspel dat er na de coronacrisis een stijging zal komen in het aantal thuiswerkaanvragen, ook bijvoorbeeld op momenten dat kinderen ziek zijn of geen school hebben. Thuiswerken creëert namelijk mogelijkheden: mensen kunnen verplaatsingen beperken en winnen dus tijd en het is bovendien goed voor het milieu. Maar goede woon- en leefomstandigheden, een correcte omkadering en de steun en flexibiliteit van de werkgever zijn wel doorslaggevend om het thuiswerk te laten slagen.”
Relaties: 53 procent van de koppels geeft aan dat de intimiteit verminderd is
Het onderzoek toont aan dat partners doorgaans meer naar elkaar toegroeien. Dat is echter niet zo voor iedereen. Wie het financieel moeilijk heeft, ervaart dat anders. 53% van de stellen vindt daarnaast dat de intimiteit verminderd is. Vooral ouders met kinderen tussen 0 en 5 jaar delen die mening.
De resultaten liggen in de lijn van de verwachtingen, zegt Kathleen Emmery, coördinator van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van hogeschool Odisee: “Ouders met jonge kinderen worstelen sowieso al met de partnerrelatie, ook voor corona. Ze vormen een sterk team voor wat de organisatie van het huishouden en de opvoeding van de kinderen betreft, maar er is minder interactie onderling. Er zijn minder conflicten, maar er is ook weinig intimiteit.”
Gezinsituatie: sociaal kwetsbare gezinnen krijgen het hard te verduren
Deze survey bevestigt ook waar sociale professionals eerder al voor waarschuwden: sociaal kwetsbare gezinnen hebben het zwaarder te verduren onder de coronamaatregelen dan gemiddeld.
Het gaat dan bijvoorbeeld om singles, alleenstaande ouders, tijdelijke werklozen, arbeiders en zelfstandigen zonder personeel. Ze scoren beduidend lager op de stelling dat ze als gezin meer naar elkaar toegroeien. Ze doen significant minder activiteiten samen. Ze signaleren integendeel meer stress in het dagelijks samenleven en maken zich meer zorgen over hun (financiële) toekomst, hun voorraad medicijnen en eten, contact met anderen, sociale isolatie, en (vermijding wegens) besmetting met het virus.
Ook woonoppervlakte maakt een verschil. Appartementbewoners rapporteren meer dat er een gespannen sfeer heerst thuis. Ze wonen meer stedelijk en maken zich meer zorgen dat ze sociaal geïsoleerd geraken. De landelijke bubbel is wat comfortabeler dan de stedelijke bubbel. Voldoende buitenruimte maakt een groot verschil.
Onderzoeker Joris Van Puyenbroeck besluit: “De situatie voor gezinnen die moeilijk rondkomen of die specifieke zorgvragen hebben, wordt onderschat. De media focussen op het gemiddelde gezin, maar gezinnen zijn divers. De cijfers bevestigen dat ongeveer 15% het moeilijker heeft. Als men prioriteiten moet stellen, en men compenserende maatregelen wil treffen, dan begint men best bij gezinnen die het op het vlak van inkomen, werkzekerheid, extra zorgnoden en woonsituatie het moeilijkst hebben.”
De grootouders: 8 op de 10 oma’s en opa’s Skypen met hun kleinkinderen
Het woord dat in deze context steeds terugkomt, is gemis. Bijna 8 op de 10 van de grootouders voelt zich tijdens de coronacrisis meer geïsoleerd van de kleinkinderen dan voordien. Ze zien de kleinkinderen opvallend minder en missen vooral het samenzijn.
Maar grootouders doen er wel alles aan om hun kleinderen te blijven ‘zien’. Maar liefst 8 op de 10 oma’s en opa’s hebben zich verdiept in moderne communicatiemiddelen zoals WhatsApp, Skype of Facetime om het contact niet te verliezen.
Conclusie: “Geen maatregelen zonder gezinsreflex”
Kathleen Emmery: “Het Kenniscentrum Gezinswetenschappen heeft dit onderzoek gevoerd vanuit het perspectief van gezinnen. Het toont opnieuw aan hoe sterk algemene maatregelen inwerken op het leven van concrete gezinnen. Hoe verschillend de effecten kunnen zijn, naargelang de leeftijd van de kinderen bijvoorbeeld, of het inkomen. Wij vragen met aandrang dat beleidsmakers actief nadenken over de impact van de coronamaatregelen op álle gezinnen en waar nodig ook bijsturen.”