De eerste beelden van de Solar Orbiter, een nieuwe zonnewaarnemingsmissie van de ESA en de NASA, hebben miniatuur-zonnevlammen ontdekt, de zogenaamde ‘kampvuren’, die alom aanwezig zijn aan het oppervlak van onze dichtstbijzijnde ster. Volgens de wetenschappers achter de missie wijst het waarnemen van verschijnselen die voorheen niet in detail te zien waren, op het enorme potentieel van de Solar Orbiter. De missie is nog maar net klaar met de eerste fase van de technische verificatie, de inbedrijfstelling. Aan de missie werken verschillende Belgische onderzoeksinstellingen mee.
“Dit zijn nog maar de eerste beelden en we kunnen nu al interessante nieuwe fenomenen zien”, zegt Daniel Müller, projectwetenschapper bij ESA’s Solar Orbiter-project. “We hadden niet vanaf het begin al zulke geweldige resultaten verwacht. We kunnen ook zien hoe onze tien wetenschappelijke instrumenten elkaar aanvullen en zo een holistisch beeld opleveren van de zon en haar omgeving”.
De Solar Orbiter, gelanceerd op 10 februari 2020, heeft zes telescopen aan boord die de zon en haar omgeving in beeld brengen, en vier instrumenten die de omgeving rond de ruimtesonde meten. Door de gegevens van beide groepen instrumenten te vergelijken, krijgen wetenschappers inzicht in het ontstaan van de zonnewind, de stroom geladen deeltjes van de zon die het hele zonnestelsel beïnvloedt.
Het unieke aan de missie van de Solar Orbiter is dat geen enkel andere satelliet het oppervlak van de zon van dichterbij heeft kunnen fotograferen.
De kampvuren die in de eerste serie foto’s te zien zijn, zijn door de Extreme Ultraviolet Imager (EUI) vastgelegd gedurende het eerste perihelium van de Solar Orbiter, het punt in zijn elliptische baan dat het dichtst bij de zon ligt. Op dat moment was de ruimtesondeslechts 77 miljoen km van de zon verwijderd, ongeveer de helft van de afstand tussen de aarde en de ster. De EUI staat onder leiding van onderzoekers van de Koninklijke Sterrenwacht in Brussel.
“De kampvuren zijn kleine verwanten van de zonnevlammen die we vanaf de aarde kunnen waarnemen, maar dan een miljoen of miljard keer kleiner,” zegt David Berghmans van de Koninklijke Sterrenwacht van België, hoofdonderzoeker van het EUI-instrument. EUI maakt hogeresolutiebeelden van de buitenste laag van de atmosfeer van de zon, beter bekend als de zonnecorona. “De zon ziet er op het eerste gezicht misschien rustig uit, maar als we in detail kijken, zien we overal die miniatuurvlammen.”
De wetenschappers weten nog niet of de kampvuren alleen maar kleine versies zijn van de grote vlammen, of dat ze door andere mechanismen worden aangedreven. Er zijn echter al theorieën dat deze miniatuurvlammen zouden kunnen bijdragen aan een van de meest mysterieuze fenomenen op de zon, de coronale opwarming.
“Deze kampvuren zijn elk op zich totaal onbeduidend, maar als we hun effect over de hele zon bij elkaar optellen, kunnen ze een cruciale bijdrage leveren aan de opwarming van de zonnecorona”, zegt Frédéric Auchère van het Institut d’Astrophysique Spatiale (IAS) in Frankrijk, medehoofdonderzoeker van de EUI.
De zonnecorona is de buitenste laag van de atmosfeer van de zon, die zich miljoenen kilometers in de ruimte uitstrekt. De temperatuur is meer dan een miljoen graden Celsius, wat een grootteorde heter is dan de temperatuur aan het oppervlak van de zon, een ‘koele’ 5500 °C. Na vele decennia van wetenschappelijke analyse zijn de fysische mechanismen die de corona verwarmen, nog steeds niet volledig begrepen, maar het ontdekken ervan wordt beschouwd als de ‘heilige graal’ van de zonnefysica.
“Het is duidelijk nog veel te vroeg om te zeggen, maar we hopen dat we door deze waarnemingen te koppelen aan de metingen van onze andere instrumenten die de zonnewind ‘voelen’ terwijl deze het ruimteschip passeert, uiteindelijk in staat zullen zijn om enkele van deze mysteries te ontrafelen,” zegt Yannis Zouganelis, Solar Orbiter-projectwetenschapper bij ESA.
