Image default
GeologiePaleontologie

Nieuwe dinosaurus werpt nieuw licht op evolutie iguanodons in Europa

Een team van paleontologen heeft in Velaux-La Bastide Neuve, ten noordenwesten van Marseille, een nog onbekende en primitieve soort iguanodon opgegraven. Het meest opvallende kenmerk van de nieuwe soort, die Matheronodon provincialis gedoopt werd, zijn de erg grote tanden, die als gekartelde scharen zeer efficiënt moeten zijn geweest voor het grazen en het vermalen van plantaardig voedsel. Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Scientific Reports.

 

De opvallende tanden werden na de opgravingen onderzocht door Koen Stein, postdoctoraal onderzoeker aan de VUB en vrijwilliger in het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen. Hij is gespecialiseerd in weefselonderzoek bij fossielen.

“De tanden van de nieuwe soort zijn ongehoord groot”, zegt Stein. “Veel groter dan bij soortgelijke dinosouriërs die verwant waren met deze soort. Ze waren ongeveer zeven centimeter lang. Doorgaans is dat ongeveer de helft.”

Voor zijn onderzoek zaagde Stein een tand in dunne coupes en maakte hij slijpplaatjes van die doorsnedes. “Uit nader onderzoek bleek dat de tanden veel groeilijnen vertonen, wat er op wijst dat ze bij leven van het dier bleven groeien en dus minder snel versleten dan bij veel gelijkaardige soorten planteneters uit dezelfde periode. Het glazuur is ook aanzienlijk dikker dan bij andere fossiele planteneters. Doordat de tanden in de bovenkaak enkel glazuur hebben langs de buitenkant en die van de onderkaak enkel langs de binnenkant, werden de tanden tijdens het eten vanzelf aangescherpt en gekarteld.”

Het dier moet naar schatting een meter of vier groot zijn geweest, van snuit tot staart en leefde tijdens het Laat Krijt, zo’n 70 miljoen jaar geleden. “Het gebit van deze groep dinosauriërs was in een andere richting geëvolueerd dan die van hun tijdgenoten de hadrosauriërs of eendenbekdinosauriërs”, zegt Pascal Godefroit, paleontoloog verbonden aan het KBIN. “Hadrosauriërs hadden een gesofisticeerde ‘batterij’ van kleine tanden, waarmee ze coniferen konden vermalen. Matheronodon en de andere Rhabdodontidae aten waarschijnlijk bladeren van palmbomen, die toen in Europa heel algemeen waren.”

De Matheronodon provincialis is lid van de famillie van de Rhabdodontiden. Deze famillie is nauw verwant met de iguanodontiden. De soort werd genoemd naar Philippe Matheron, die in 1869 als eerste de resten beschreef van Rhabdodontiden. “Hoewel de nieuwe soort een primitieve verwant is van de iguanodons, is hij toch 50 miljoen jaar jonger”, weet Stein. “Doordat Europa in die tijd een eilandenarchipel was, en er minder voedsel voorradig was, evolueerden soorten hier trager dan op grote landmassa’s.

Stein trok deze zomer naar Aix-en Provence om er opgravingen bij te wonen van andere skeletdelen van dezelfde soort. “De dieren leefden in kuddes, waardoor bij een ramp soms een massagraf ontstond.”

De nieuw opgegraven lange beenderen worden nu onderzocht.

Koninklijke Sterrenwacht: zonneoppervlak is bedekt met kleine zonnevlammen

Christian Du Brulle

Museumcollectie Afrikamuseum zorgt voor een doorbraak in parasietenstudie van Tilapia

frans

InSight-missie naar Mars: Brusselse wetenschappers bestuderen marsbevingen

Christian Du Brulle