Een studie uitgevoerd bij artsen en verpleegkundigen in oktober en november in België, Frankrijk en in het Canadese Quebec peilde naar de bereidheid van zorgpersoneel om zelf een COVID-19-vaccin te laten zetten en het aan te bevelen bij hun patiënten. Al waren de resultaten bij de respondenten in de drie gevallen gelijkaardig, toch lieten ze toe om die factoren te identificeren die leiden tot een eerder weigerachtige houding tegenover het vaccin.
De studie werd in België geleid door Dr Nicolas Dauby, Adjunct-Hoofd van het Département des maladies infectieuses van de universitaire ziekenhuizen Saint-Pierre in Bruxelles (ULB.
De factoren die de zorgverstrekkers deden twijfelen over het vaccin zijn divers. Belangrijk is de perceptie dat een vaccin, dat zo snel is ontwikkeld, nooit veilig kan zijn. Een deel van het medisch personeel denk daarom dat het beter is om een natuurlijke immuniteit af te wachten. Mensen die niet tegen de griep zijn gevaccineerd twijfelen ook meer aan het coronavaccin. Verder speelt het vertrouwen in de overheid eigenaardig genoeg ook een rol en ook wantrouwen tegenover de wetenschap in het algemeen.
De aangehaalde redenenn om een vaccin niet te nemen gelden voor artsen en verplegend personeel in de drie landen. “In België is het zelfs zo dat huisartsen meer twijfelen over hun eigen vaccinatie dan hun Franse en Canadese collega’s”, zegt de ULB.
“Patiënten laten hun vaccinatie dan weer vooral afhangen van het advies van hun huisarts, zelfs al hebben die met de eigenlijke vaccinatie in ons land zo goed als niets te maken.”