Een inventarisatie van de straatnamen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die in 2020 werd uitgevoerd in de negentien Brusselse gemeenten, geeft aan dat in de namen van wegen mannennamen oververtegenwoordigd zijn: 46 procent van het totale aantal wegen in het BHG is genoemd naar een man versus 4 procent naar een vrouw, terwijl gemiddeld 50 procent van alle gewestwegen een antroponiem draagt. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in Brussels Studies.
Op basis van die vaststelling stellen de auteurs de sociaal-politieke dynamiek van de straatnaamgeving ter discussie, alsook het aanhoudende belang van de heersende gendernormen in de materialiteit van de stad. De sociale genderverhouding die we geërfd hebben uit het verleden, wordt gemeten via het aantal “belangrijke mannen” die Brussel in de 19e en 20e eeuw besloot te eren, in tegenstelling tot prominente vrouwelijke figuren, die nauwelijks vernoemd werden.
Uit het onderzoek blijkt voorts dat actie een doeltreffend middel is als militanten met politici samenwerken om de openbare ruimte verder te vervrouwelijken.
Dat het niet evident is om egalitaire beleidsmaatregelen concreet te maken, blijkt uit de sterke invloed van het patriarchaat en van het systematische seksisme in de werking van onze instellingen. Genderongelijkheid en de materiële omzetting daarvan liggen nog diepgeworteld in een culturele context die een androcentrische benadering van de stad blijft volgen. En dat blijkt ook uit de Brusselse straatnaamgeving. Door vrouwen zichtbaarder te maken in de wegruimte, worden de heersende normen en praktijken bij de productie van de openbare ruimte nu onder druk gezet, en dus ook de mindset van de mannen en vrouwen die in die openbare ruimte wonen.
Het onderzoek, Vrouwen in Brusselse straatnamen. Topografie van een minorisering, verscheen in Brussels Studies 154.