“Er zijn twee zijden aan de medaille van de corona-epidemie voor religies”, concluderen wetenschappers van het Observatoire des Religions et de la Laïcité van de ULB. “Enerzijds bloeden ze, omdat ze niet flexibel genoeg kunnen inspelen op snelle evoluties in onze maatschappij. Anderzijds kunnen ze er ook een goede zaak mee doen, door hun opportunisme en hun weerbaarheid tegen veranderingen, door hun geruststellende boodschap, de kracht van het door religies voorgespiegelde transcendente, en dat alles in een context van algemene verbijstering, sociale onrust en culturele crisis.”
In hun rapport La religion à l’épreuve de la pandémie maken de onderzoekers de inventaris van de inzet van deze wereldwijde gezondheidscrisis voor wat betreft de religieuze reacties, het gebruik van de crisis door politici om hun boodschap kracht bij te zetten, de manier waarop staat en religie met elkaar omgaan of hoe religies zich aan de situatie aan hebben gepast en hun interne resources hebben aangewend om er zich door te slaan, vooral dan in verband met de religieuze praktijk.
“Het is moeilijk om in huidig stadium in te schatten of de pandemie negatief dan wel positief zal zijn geweest voor de verschillende religieuze tradities”, klinkt het in het vijftig pagina’s tellende rapport. “Of het religieuze discours hierdoor aangetast zal worden en of dat het zijn plaats zal hebben ingenomen tussen het wetenschappelijke en gezondheidsdiscours. Mogelijk zoeken religies in deze situatie een spiritueel antwoord op de crisis en de onzekerheid. Dat hangt van verschillende factoren af, onder andere van de duur van de opeenvolgende stadia van de lockdown. Het zal ons toelaten na te gaan hoe de dynamiek en het gevoel binnen de religieuze gemeenschappen door de pandemie beïnvloed werden.”
“Over het algemeen hebben de kerken en de andere religies bijgedragen aan de geest van solidariteit, door hun leden op te roepen aandacht te hebben voor de meest kwetsbaren in de maatschappij. De religieuze organisaties kunnen hebben geleden onder de pandemie, maar dat betekent niet noodzakelijk dat dat gevolgen heeft voor het geloof zelf. De context van een universeel gedeelde angst, van veranderingen, gesterkt door een periode van reflexie, kan het geloof ook versterken. We weten dat tijdens oorlogen de geloofspraktijk sterker wordt. De vraag is of we nu iets meemaken dat vergelijkbaar is met een oorlog, met dezelfde effecten… ”