Een internationaal team van wetenschappers, waaronder professor Philippe Claeys van de VUB, heeft na boringen tot 1300 meter diep in de peak ring van de Chicxulubkrater, offshore Yucatan, bewijs gevonden dat het leven na de grote meteorietinslag, die 66 miljoen jaar geleden in korte tijd het uitsterven van de dinosauriërs inluidde en voor de enorme inslagkrater zorgde, zich ter plaatse relatief snel herstelde. Al na twee tot drie jaar was er weer leven in de buurt, beweren de wetenschappers in vaktijdschrift Nature. Na 30.000 jaar had de natuur er zich helemaal hersteld, weliswaar met andere soorten dan voor de inslag.
Naar geologische en zelfs biologische normen kwam dat herstel erg snel, temeer dat met de inslag van de meteoriet ruim 75 procent van alle leven op aarde verdween. “Wellicht had dat ondermeer te maken met de vorm van de krater”, denkt co-auteur Philippe Claeys, die aan het hoofd staat van de Analytical, Environmental &Geo-Chemistry-onderzoeksgroep (AMGC) van de VUB. “De inslag veroorzaakte een krater met een diameter van meer dan 200 kilometer, met centraal een puinkegel die hoger was dan de kraterwanden. Op die centrale afgevlakte kegel konden de sedimenten heel traag en regelmatig afgezet worden door de omringende zee, wat leidde tot een prachtig en zeer interessant geologisch profiel. Het is in dat profiel dat we nu microfossielen hebben aangetroffen die aangeven dat het leven zich kort na de inslag alweer in de krater aan het vestigen was. Ook in die tijd was de biodiversiteit in de Golf van Mexico, waar de Chicxulubkrater zich bevindt, al erg groot, zoals nu eigenlijk. Alleen het zeeniveau was er veel hoger dan vandaag.”
Het snelle herstel is een verrassing. De hypothese, die al bij andere localiteiten waar de massa-extinctie werd waargenomen, is dat het meestal veel langer duurt eer de biodiversiteit hersteld is, in de diepe oceaan zelfs tot 500.000 jaar. Bij de meteorietinslag werden naar schatting 90 procent van de dieren met een kalkskelet in de omgeving van het inslagpunt gedood, op korte termijn door de impact zelf en op langere termijn omdat de pH van het oppervlaktewater van de oceanen substantieel veranderde door zure regen, als resultaat van de grote uitstoot van zwavel in de atmosfeer. Toch zijn het precies de micro-organismen met kalkskelet die als eerste de krater herkoloniseren. “We zien een omslag van de soorten: de soorten van voor de inslag komen niet of nauwelijks terug en zijn vervangen door andere soorten, die we van andere plekken op de planeet kennen. Waarschijnlijk is het snelle herstel te wijten aan verschillende gunstige factoren”, denkt Claeys. “Het ondiepe zeewater na de inslag laat er veel licht toe en de vorm van de krater zorgt voor veel beschutting. De geologische structuur, met een rustige sedimentatie, laat bovendien toe om veel micro-organismen in de boorkernen terug te vinden.”