Het debat over de teruggave van Afrikaans erfgoed heeft recent brede politieke en publieke aandacht gekregen. Maar het wordt vooral gevoerd tussen actoren in Europa. Wat denken Afrikanen in Afrika hier eigenlijk over? Tot dusver is de discussie nog maar weinig gericht op hun wensen en prioriteiten. Met het Transformative Heritage-project proberen het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA), de Universiteit van Uele (UniUele, DR Congo), de Universiteit Gent (UGent) en het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid (IOB) die leemte op te vullen.
“Al decennia promoot UNESCO cultuur en erfgoed als belangrijke bronnen van welbevinden en sociale cohesie in processen van duurzame ontwikkeling”, zegt Vicky Van Bockhaven (UGent). “Maar dat blijft een aanname waarrond weinig onderzoek bestaat. Succes is moeilijk meetbaar, en slechts op lange termijn. In het huidige klimaat rond restitutie hebben we er alle belang bij dit te onderzoeken.”
Onderzoekers van het Transformative Heritage-project gaan daarom een dialoog aan met gemeenschappen in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo over noden en wensen rond het veelal in België bewaarde erfgoed. De digitale collectiedatabank van het KMMA zal ter beschikking worden gesteld. “Het digitaal toegankelijk maken van erfgoed is een snelle en efficiënte manier om nieuwe gesprekken over het verleden op gang te brengen, op een manier die door lokale gemeenschappen zelf kan worden gestuurd”, zegt Hein Vanhee (KMMA). “Hun directe betrokkenheid is essentieel.”
“Het noordoosten van Congo heeft een rijk cultuurhistorisch verleden”, weet Kristof Titeca (IOB), “maar de regio geraakte na de onafhankelijkheid politiek en economisch steeds meer geïsoleerd. De streek werd getroffen door gewelddadige conflicten in de jaren na de onafhankelijkheid. Recenter zie je een instroom van stropers en gewapende groepen, maar ook van artisanale mijnbouw en vluchtelingen.”
“In de regio ziet men teloorgang van tradities en verlies van erfgoed als een verklaring voor de – slechte – staat van de samenleving”, denkt Roger Gaise van de Université de l’Uele in Congo. “UniUele houdt in het project de vinger aan de pols: wij voeren onderzoek naar wat wensen en noden zijn rond erfgoed bij de gemeenschap, of zij er überhaupt wel interesse en baat bij heeft, en hoe we hieraan tegemoet kunnen komen. De digitale reconnectie vormt een eerste stap om het gevoel van ontworteling aan te pakken. Traditionele leiders en andere lokale belanghebbenden zijn daarvoor belangrijke gesprekspartners.”
Hoe wordt die digitale reconnectie georganiseerd? Hein Vanhee: “Regionale universiteiten en lerarenopleidingen zullen toegang krijgen tot de databank, en we zullen workshops organiseren om hen te leren hoe ze met de data aan de slag kunnen gaan. Wat ze met die gegevens doen, is helemaal aan hen. Zo kunnen ze deze gebruiken voor educatieve en onderzoeksdoeleinden, en ook zelf op zoek gaan naar gestolen, geplunderde of verloren artefacten uit de streek. We hopen dat hieruit creatieve initiatieven kunnen ontstaan buiten ons project om. Het project wil verder ook de digitale kloof overbruggen tussen de stedelijke ‘elites’ en de vaak meer rurale brongemeenschappen.”

De onderzoekers van Transformative Heritage willen nagaan of reconnectie kan helpen bij het verbeteren van de sociale samenhang en het welbevinden in de lokale gemeenschappen. En misschien zelfs bij peacebuilding. Nieuwe conversaties over het gedeelde verleden kunnen een dialoog stimuleren tussen gemeenschappen over mogelijke oplossingen voor problemen in het heden.
“Plaatselijke onderzoekers zullen kijken of ze toepassingen op maat kunnen ontwikkelen voor lokale gemeenschappen”, zegt Titeca. “Zo kunnen ze bijvoorbeeld intergenerationele vertelmomenten helpen organiseren. Maar ook workshops voor kunstenaars, die inspiratie kunnen putten uit foto’s en data uit de digitale collectie. Tegelijk moeten we ons er ook van bewust zijn dat kennis van het verleden en van erfgoed ook voor nieuwe verdeeldheid kan zorgen.”
“Door te focussen op digitale reconnectie kunnen we een model ontwikkelen voor een betekenisvolle en holistische benadering van de restitutie van cultureel erfgoed”, zegt Vicky Van Bockhaven. “Een model dat fundamenteel berust op overleg en op samenwerking tussen belanghebbenden in Europa én in Afrika.”
Ze wordt daarin bijgetreden door Vanhee: “In een latere fase, wanneer ook materiële restituties wettelijk mogelijk zullen zijn, zal het opbouwen van een structurele dialoog en samenwerking rond erfgoed zijn nut bewijzen. Ons project vormt een eerste stap.”
Het Transformative Heritage-project is een samenwerking tussen het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (Hein Vanhee), Université de l’Uele (Roger Gaise), Afrikaanse Talen en Culturen van de Universiteit Gent (Vicky Van Bockhaven) en het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid van de Universiteit Antwerpen (Kristof Titeca). Het project wordt gefinancierd door het BRAIN 2.0-programma van de POD Wetenschapsbeleid van de Belgische Federale Overheid.
Foto boven het artikel: Chef Djabir met een beschilderd huis op de achtergrond. Bas-Uele, DRC [Azande]. Foto genomen tijdens expeditie geleid door A. Hutereau, 1910-12. Collectie KMMA Tervuren, AP.0.0.12198.