Image default
BedrijvenEconomieMarketingPolitiekSamenlevingtelex

Autodelers in het Brussels Gewest zijn vooral hoger opgeleide jonge mannen

Gezien de toenemende verkeersdrukte, de parkeerproblemen en de kosten die het bezit van een eigen wagen meebrengen, vindt het autodelen als oplossing stap voor stap ingang. Met 12 300 geregistreerde gebruikers op 31 december 2017 haalden de aanbieders van free-floating autodelen al gauw een gebruikersaantal dat vergelijkbaar is met dat van de station-based aanbieders, die toen 13 688 actieve gebruikers hadden.

Tussen beide systemen zijn er echter verschillen qua gebruik en gebruikersprofiel. Zo is de gemiddelde autodeler eerder jong, van het mannelijke geslacht en hoogopgeleid, maar bij de klanten van free-floating diensten zijn deze kenmerken nog meer uitgesproken: 51 procent van de gebruikers is tussen 26 en 39 jaar, 77 procent is van het mannelijke geslacht en 69 procent behaalde een universitair diploma. Wat het gebruik betreft, zijn de trajecten en de gebruiksduur korter bij free-floating autodelen: gemiddeld leggen de gebruikers van free-floating diensten 8 km af en gebruiken ze het voertuig gedurende 35 minuten, tegenover 48 km en iets meer dan 7 uur voor de gebruikers van station-based autodelen.
Hoewel beide systemen dus aan verschillende behoeften tegemoet lijken te komen, zorgen ze er allebei voor dat de voertuigen op de openbare weg beter renderen. Bij free-floating autodelen worden de voertuigen bijvoorbeeld 7,2 procent van de tijd gebruikt, terwijl het gemiddelde gebruik van een privévoertuig in Brussel op 2,1 procent strandt. De voorgestelde cijfers voor één enkel jaar maken het niet mogelijk om de impact op het gebruik van het openbaar vervoer afdoend te beoordelen, maar de onderzoekers tonen wel aan dat autodeeloplossingen een waardig mobiliteitsalternatief vormen. Niet alleen uit milieuoverwegingen maar ook vanuit sociaal oogpunt zou echter een breder publiek van autodelers moeten kunnen worden bereikt om – als aanvulling op het openbare vervoersaanbod – te voldoen aan de verplaatsingsbehoeften van kansarmere bevolkingsgroepen. Dit is ongetwijfeld een grote uitdaging in deze post-coronatijden, nu de koopkracht van heel wat burgers afgenomen is en zij het bijgevolg moeilijker hebben om een eigen wagen te kopen en te onderhouden.

In Brussel deed in 2003 Cambio zijn intrede als eerste aanbieder van station-based autodelen (het voertuig wordt opgehaald en teruggebracht op dezelfde plaats), waarna al gauw andere aanbieders volgden. Vanaf juli 2016 kwamen daar aanbieders van free-floating autodelen (de gebruiker haalt het voertuig op en kan het nadien op een andere plaats binnen de perimeter van de aanbieder achterlaten) bij.
Sinds 2016 zijn de aanbieders ook verplicht om het Brussels Gewest operationele gegevens te verstrekken, die ze verzamelen door bij hun klanten een online enquête af te nemen. De studienver scheen in Brussels Studies en is van de hand van Mareile Wiegmann, Imre Keserü en Cathy Macharis van de Vrije Universiteit Brussel. De studie analyseert en vergelijkt de gegevens van de aanbieders die begin 2018 actief waren. De twee aanbieders van free-floating autodelen die in het artikel ter sprake komen, hebben hun wagenpark inmiddels uit Brussel weggehaald, terwijl de voertuigen van een nieuw bedrijf in het verkeer opgedoken zijn. Het bewijst dat de sector, waarop de mededingingswetgeving van toepassing is, snel evolueert.

De volledige studie vind je hier.

Foto bovenaan het artikel: Cambio

Zeeleven in Lage Landen overleefde catastrofale meteorietinslag 66 miljoen jaar geleden

frans

Biodiversiteit in België: slecht rapport ondanks lichte verbetering over de laatste 30 jaar

Christian Du Brulle

Wetenschappelijk model van VUB-wetenschapster voorspelt blessures bij jonge voetbaltalenten

frans