Onderzoekers van de ULB zijn er achter gekomen dat zelfs baby’s al gevaarlijke situaties kunnen aanvoelen. Testen, met afbeeldingen van onder andere slangen, gaven aan dat de baby’s het gevaar wel degelijk al op heel jonge leeftijd herkenden. Het detecteren van gevaar is essentieel voor het overleven van bijna alle soorten in de natuur en daar vormt de mens geen uitzondering op.
“Slangen horen bij de belangrijkste predatoren van primaten in de loop van hun evolutie”, zeggen de onderzoekers. “Het menselijke brein zou daarom zo ontwikkeld zijn, dat het de gevaren die reptielen veroorzaken er min of meer zijn ingeslepen.”
De vorsers konden aantonen dat baby’s van zeven tot tien maanden oud het hardst reageerden op foto’s van reptielen. Ze toonden ook andere dierenfoto’s met daarop rupsen, kikkers en grotere dieren zoals koeien, honden, konijnen en vissen. Tegelijk werd de hersenactiviteit geregistreerd. Dat gebeurde door Julie Bertels et Arnaud Destrebecqz van het Institut des Neurosciences van de ULB. Hieruit bleek dat de baby’s vooral reageerden op slangen. De baby’s kregen elke foto amper zes seconden te zien, wat genoeg bleek om voldoende reactie te krijgen. Blijkbaar heeft de detectie van het potentiële gevaar vooral te maken met de vorm waarin de slang zich aandient, niet in de kruipende versie maar vooral in de opgerolde vorm, klaar voor een uitval dus.
De onderzoeksresultaten geven volgens de onderzekers aan dat er in de loop van de evolutie van de mens een fylogenetische vooringenomenheid is ontstaan voor slangen op basis van hun uiterlijke kenmerken en dat het zien van een slang daarom volstaat om een baby angst aan te jagen.