Nieuw onderzoek onder leiding van Prof. Dr. Sociale Neurowetenschappen Frank Van Overwalle en zijn collega Peter Mariën, beiden werkzaam op de VUB, werpt een nieuw licht op de werking van het cerebellum, de kleine hersenen. Daar waar eerder werd gedacht dat die kleine hersenen vooral belang hadden als het aansturingscentrum voor onze motorische capaciteiten, bleek bij eerder onderzoek al dat ze ook een onderschat cognitief belang hebben. Nu wordt duidelijk dat er ook een sociaal cerebellum is.
Voor het onderzoek werden elf patiënten met een degeneratieve ziekte van de kleine hersenen aan een langdurig en uitgebreid onderzoek onderworpen, samen met een representatieve controlegroep van gezonde mensen. Tijdens die test werden vooral de sociale vaardigheden getest. In ander onderzoek met behulp van hersenscans werd aan de universiteit van Gent gekeken welke delen van de hersenen actief waren tijdens deze sociale tests.
« Nieuw is dat we nu weten dat het cerebellum ook een heel belangrijke en lang onbekende rol speelt bij onze sociale oordelen over andere mensen en dat het netwerk van zenuwbanen tussen de grote en de kleine hersenen veel uitgebreider is dan eerder gedacht « , zegt Van Overwalle. « Je kan de kleine hersenen zien als een soort van tweede super-processor van de hersenen, waar de informatie uit de grote hersenen aan een razend tempo wordt verwerkt en geautomatiseerd. Die processor heeft daarvoor ook een krachtig eigen geheugen, dat moet helpen bij de opslag van de nieuwe informatie die uit de grote hersenen afkomstig is. Om het simpel uit te drukken kan je zeggen dat het grote brein leert terwijl het kleine brein automatiseert. »
De kleine hersenen zorgen er onder andere voor dat we als mens quasi volautomatische strategieën ter beschikking hebben waarmee we kunnen reageren op het gedrag van andere mensen. « We kunnen als mens inschatten hoe je op basis van iemands gelaatsuitdrukking en lichaamstaal kan weten wat de andere van plan is », verduidelijkt Van Overwalle. « We kunnen bovendien ook in zekere mate de gedachten lezen van iemand die tegenover ons staat en waarmee we communiceren. We begrijpen dat die andere een eigen belevingswereld heeft. Daarmee vlot en spontaan leren omgaan is voor een groot deel te danken aan onze kleine hersenen. »
De nieuwe bevindingen zouden nuttig kunnen zijn bij het ontrafelen van de oorzaken van autisme. « We stellen ons nu effectief de vraag of sommige vormen van autisme niet gelinkt zijn aan een defect in de kleine hersenen. Daar is nog maar heel weinig onderzoek naar gebeurd en dan nog vooral onderzoek naar de gevolgen voor het cognitieve vermogen van mensen met een autismespectrumstoornis. Het onderzoek naar het sociale vaardigheden, gelinkt aan het cerebellum, moet nog helemaal beginnen. »