nederlands
Nieuw wetenschappelijk onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel wijst uit dat voetballers te weinig drinken voor ze een fysieke inspanning doen, wat leidt tot dehydratatie. Vochtgebrek zorgt ervoor dat de warmte die tijdens het sporten in het lichaam wordt gegenereerd, niet meer gecompenseerd kan worden door te zweten. De hartslag stijgt en een deel van de energie die nodig is voor de sportinspanning gaat verloren.
Om na te gaan in hoeverre dehydratatie voortkomt bij voetballers, analyseerde onderzoeker Laurent Chapelle van de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie aan de VUB vierentwintig bestaande en internationale onderzoeken met voetbalspelers. Daaruit blijkt nu dat een derde tot tweederde van de spelers al gedehydrateerd is nog voor ze een fysieke inspanning moet doen op training of tijdens wedstrijden. Bovendien zijn het vaker mannelijke en professionele spelers die onvoldoende vocht opnemen dan hun vrouwelijke voetballers of spelers die enkel op reactatieve basis actief zijn. Tot slot stelde Chapelle ook vast dat dehydratatie een vaak voorkomend probleem is tijdens de trainingen.
“De resultaten van het onderzoek zijn verrassend » zegt Chapelle, « omdat we zien dat het net de toppers zijn die te weinig vocht opnemen om optimaal te kunnen presteren en dat ondanks de professionele medische begeleiding die ze krijgen. Opmerkelijk is ook dat spelers voor wedstrijden wel hun vochtniveau op peil trachten te houden, maar dat ze dat niet doen voor trainingssessies die ook bijzonder intensief kunnen zijn. » Eerder wetenschappelijk onderzoek wees al uit dat dehydratatie onder meer leidt tot slechtere dribbels, een lager uithoudingsvermogen en verminderde cognitieve vaardigheden.
Het onderzoek van Chapelle werd recent gepubliceerd is het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift European Journal of Sport Sciences.