De wasbeer, een Amerikaanse exoot, is stilaan de grotere bosarealen van Europa aan het veroveren. Ook Vlaanderen onstnapt niet aan de opmars. « Het gaat waarschijnlijk niet alleen meer over ontsnapte; geïsoleerde dieren », zegt Jan Gouwy, onderzoeksmedewerker faunabeheer van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek in Brussel. « In Wallonië leeft een grote populatie die stilaan oprukt naar het noorden. Als zich in Vlaanderen enkele dieren voortplanten, kan het zeer snel gaan. »
« We zagen het voorbije jaar in heel Vlaanderen wasberen opduiken als verkeersslachtoffers of op cameravallen », zegt Gouwy. « Er zijn ook aanzienlijk meer waarnemingen. »
De wasbeer is een ongewenste exoot, die zich van nature vooral thuisvoelt in vochtige bosrijke gebieden. Hij eet ongeveer alles, ondermeer insecten, amfibieën, jonge vogels, fruit en wormen. « De laatste jaren duiken steeds meer wasberen op in een stedelijke context », stelde Gouwy vast. « Ze hebben zich goed aangepast aan het stadsleven. »
« In Wallonië zijn er al populaties wasberen die stabiel zijn en die zich gestaag uitbreiden », weet Gouwy. « In Vlaanderen krijgen we enerzijds te maken met de oprukkende populatie vanuit Wallonië en anderzijds met herhaalde ontsnappingen van dieren in gevangenschap. Zelfs als één enkele zwangere wasbeer ontsnapt, kan dat de start zijn van een nieuwe populatie. De dieren hebben op de korte termijn weinig last van inteelt en de genenbank is over alle populaties voldoende groot om dat gevaar ook op de lange termijn te omzeilen. »
Wasberen zijn niet helemaal onschuldig. Sommige zijn besmet met een spoelworm, die ook gevaarlijk kan zijn voor de mens. Voor de rest van de natuur zijn de gevaren nog niet helemaal in kaart gebracht. « We weten nog niet met zekerheid of ze een concurrent worden voor andere roofdieren », benadrukt Gouwy. « Wat we wel weten is dat ze een bedreiging kunnen vormen voor een aantal vogelsoorten en amfibieën. Wasberen zijn alleseters en opportunisten, ze kunnen bovendien bijzonder goed klimmen, wat hen efficiënte nestrovers maakt.. »
Het voorbije jaar zijn nog enkele andere bizarre exoten gespot, onder andere een paar wasbeerhonden. In tegenstelling tot de wasbeer behoort de wasbeerhond tot de familie van de hondachtigen en komt hij niet van het Amerikaanse continent maar uit Oost-Azië. « De dieren werden in de 20ste eeuw over heel Rusland uitgezet als pelsdier en koloniseerden zo grote delen van Oost-Europa. Nu duiken ze ook bij ons op. »
De meest bizarre exoot van het afgelopen jaar was een stinkdier, gevangen in Arendonk. « Dat was met quasi zekerheid een ontsnapt exemplaar », weet Gouwy.
Er is overigens ook goed nieuws over enkele van onze inheemse kleine roofdierensoorten. Zo is er een mooi herstel van de dassenpopulaties, niet enkel in de gekende streken als Haspengouw en Voeren, maar tot in West- en Oost-Vlaanderen en zelfs het Brusselse. Ook het aantal boommarters, een tot voor kort erg bedreigde soort, neemt hand over hand toe. Boommarters zijn, in tegenstelling tot hun minder zeldzame familielid de steenmarter, geen cultuurvolgers. « Ze leven in bossen en hebben zich waarschijnlijk vanuit relictpopulaties, vooral dankzij een minder hardnekkige vervolging door de mens, weer kunnen verspreiden over een groot areaal », zegt Gouwy. « De tendens is trouwens in heel Europa merkbaar, waar zowat alle roofdieren, ook de grotere, het na een sterk verval in de vorige eeuw, nu weer beter doen. »