Image default
HistoireInstitutionsSociété

Ongeziene concurrentiestrijd tussen de gewesten in de herdenkingsijver van de Groote Oorlog

Ce contenu est uniquement disponible en Néerlandais.

Onderzoek van ULB en VUB over de herdenkingsplechtigheden rond WO I in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft aangetoond dat de defederalisering van ons land, ook in een toch bij uitstek nationale materie, steeds verder terrein wint. « De institutionele structuur van het land leidde tot een ongeziene rivaliteit bij de herdenkingsvieringen », zo staat in een rapport dat vandaag verscheen in het wetenschappeoijk tijdschrift Brussels Studies. Die rivaliteit werd nog versterkt doordat de Belgische Federale overheid vandaag niet meer in staat is om een algemene coördinatie van de evenementen op te leggen ».

« Het herdenken van de Groote Oorlog stond al vanaf lang voor 2014 hoog op de Vlaamse agenda », schrijft Serge Jaumain (ULB) in het rapport. « In die mate zelfs dat de andere gewesten en ook het federale niveau van in den beginne op achtervolgen aangewezen waren. »

De snelheid waarmee de Vlaamse overheid evenementen op poten zette, is volgens de onderzoekers wat eigenaardig omdat WO I uiteindelijk toch deel uitmaakt van een gemeenschappelijk Belgisch verleden. Vlaanderen was de andere deelgebieden te snel af, want het begon vanaf 2006 zijn eigen herdenkingen voor te bereiden en het trok daarvoor grote financiële middelen uit.

« Dat kon de andere deelgebieden niet onverschillig laten », merkt VUB-onderzoeker Joost Vaesen en co-auteur van het rapport op. « De Vlaamse Overheid stak haar plannen niet onder stoelen of banken en speelde volop haar politieke agenda uit. De honderdste verjaardag moest een impuls geven aan het herdenkingstoerisme in Vlaanderen, de internationale uitstraling van het gewest versterken en tegelijk een universele boodschap van vrede en verzoening uitdragen. Aangezien het grootste deel van de gevechten op Vlaams grondgebied plaats hadden gevonden, koos de Vlaamse overheid ervoor om de Groote Oorlog te benaderen als een product, dat op drie pijlers steunt: de attracties, met tentoonstellingen, musea, en andere, de aandacht voor de herdenkingssites en de organisatie van evenementen. De investeringen waren toegespitst op een heel kleine zone van het grondgebied – de Westhoek – waar het grootste deel van de strijd werd geleverd. De academische gemeenschap nam slechts in geringe mate deel aan de organisatie en klaagde er fel over dat ze niet werd betrokken bij het stuurcomité en de eerste strategische keuzes van de Vlaamse regering. »

De andere gewesten én het federale niveau reageerden wat gepikeerd en begonnen alsnog aan een inhaalbeweging. Zo werden alleen al in het Brusselse Gewest in de periode tussen januari 2014 en juni 2017 niet minder dan 434 herdenkingsmomenten gehouden, een deel ervan op initiatief van de federale overheid. « Verder waren vooral de gemeenten actief », zegt Vaesen. « Bij de organisatie ontbrak helaas elk overleg, zodat sommige evenementen rechtstreeks met elkaar concurreerden. Elke regio had immers zijn eigen aanpak, waarbij de activiteiten vooral dienden om de eigen legitimiteit en uitstraling te versterken. »

« We kunnen stellen dat uit de studie blijkt dat er ook in nationale materies almaar meer gedefederaliseerd gedacht wordt », besluit Vaesen.

Une voiture neuve sur quatre à Bruxelles est électrique ou hybride

Christian Du Brulle

L’ADN du poisson-chat permet de retracer l’évolution des paysages africains

frans

A Bruxelles, 23 % des habitants sont des ressortissants de l’Union européenne

Christian Du Brulle