Onderzoek naar de mondhygiëne bij een representatieve groep van bijna 2000 Belgen heeft verrassende bevindingen opgeleverd: ongeveer 20 procent van de Belgen ging de 5 jaar voorafgaand aan het onderzoek nooit en 30 procent niet geregeld naar de tandarts. Cijfers van de IMA (intermutualistische agenstschap) op jaarbasis wijzen erop dat in Brussel dat gemiddelde nog tien procent hoger ligt. Heel opvallend is ook de grote variatie in tandartsenbezoek in de verschillende leeftijdsgroepen. Brusselse 15-17-jarigen gaan maar half zoveel naar de tandarts als hun Vlaamse leeftijdsgenoten.
De steekproef bestond uit een fysiek mondonderzoek bij de respondenten thuis, een vragenlijst over het tandartsenbezoek én een koppeling van die data aan de gegevens van de ziekenfondsen. Initiatiefnemers waren vijf Belgische universiteiten die een opleiding tandheelkunde aanbieden (met uitzondering van Luik). Het onderzoek zelf (Dataregistratie Mondgezondheid) gebeurde in opvolging van de zogenaamde Gezondheidsenquête waarin gegevens van het Riziv waren opgenomen van 2008 tot 2013.
« Dat er zowel een écht mondzonderzoek als een koppeling naar de IMA-databank in de steekproef was opgenomen, was belangrijk om de accuraatheid van de enquête te controleren. Zo konden we weten wie van de respondenten niet alleen aangaf tandzorg te hebben gekregen maar ook écht naar de tandarts was geweest », zegt Professor Dr. Peter Bottenberg, hoofddocent tandheelkunde van de VUB. « Uit de resultaten konden we zowel op Belgisch als op landelijk en soms zelfs op stedelijk niveau zien hoe het zit met het tandartsenbezoek en wat daarvan de gevolgen zijn voor de mondgezondheid. »
« Algemeen stellen we vast dat jonge mensen, in de leeftijdsgroep tussen 20 en 40, in alle regio’s minder naar de tandarts gaan », weet Bottenberg. « Vaak stellen die een bezoek aan de tandarts uit tot ze last hebben van symptomen of verwaarlozen ze hun tandverzorging omdat ze geen tijd hebben of andere prioriteiten stellen. We konden aan de hand van de gegevens een profiel opmaken van de niet-tandartsbezoeker in de verschillende regio’s en de resultaten uitsplitsen volgens opleidingsniveau, herkomst en socioculturele en -economische achtergrond. »
Nadat door de overheid aan de universiteiten geen vervolg werd gevraagd van de Dataregistratie vonden onderzoekers van de VUB het nuttig om onderzoek naar tandartsbezoek in het multiculturele Brussel voort te zetten.
« Want er zijn aanzienlijke verschillen tussen de regio’s », stelde statisticus prof. Dr. Wolfgang Jacquet vast. Hij is betrokken bij plannen om een vervolgstudie aan te vatten. « Opvallend is dat de groep Brusselse jongeren tussen 15 en 17 jaar die geen tandarts bezoekt erg groot is. Dat zou er kunnen op wijzen dat de incentives in verband met de terugbetaling voor die leeftijdsgroep niet goed functioneren. Verder onderzoek dringt zich hier op. »
Uit de Dataregistratie blijkt ook een groot verschil in het aantal scheefgegroeide tanden tussen de regio’s. « In Vlaanderen, waar ortodontie al meer dan ingeburgerd is, waar men zelfs kan spreken van een bling-bling-cultuur en een rage met blokjes op de tanden en beugels, zijn er bijna 15 procent minder scheve tanden », zegt Bottenberg. « Met vanzelfsprekend een relatief groot aandeel mensen met een bescheidener inkomen in Brussel. Al heb je ook in Brussel een hele grote kloof tussen de goed verzekerde expat die voor de EU werkt en de aangespoelde vluchteling, iets wat we overigens niet goed in kaart kunnen brengen. Nochtans blijkt uit de Dataregistratie dat de Brusselaars wat minder bang zijn voor de tandarts. De prijs van de tandarts schrikt dan wel weer meer Brusselaars af dan Vlamingen of Walen. »
Brusselaars hebben het voorts moeilijker om een tandartsenbezoek in hun agenda te passen, terwijl een afspraak maken er minder problematisch is dan in de andere gewesten.
« Als je de resultaten van onze analyse van de gegevensbank van het IMA op een kaart uitplot, zie je heel duidelijk dat er toch ook een socio-economisch aspect aan het niet-tandartsenbezoek vastzit »,stelde Jacquet vast. « Mensen in de armere wijken van de steden, zeker in Brussel, verwaarlozen hun tanden. »
« Deels kan dat ook met culturele achtergronden te maken hebben », denkt Bottenberg. « Wie ooit het filmpje Indian Street Dentist op YouTube heeft gezien, zal begrijpen dat veel mensen met een migratieachtergrond twee keer nadenken eer ze naar een tandarts gaan. In veel Afrikaanse landen gaat men alleen naar de tandarts uit hoge nood, als er zich een serieus probleem voordoet en men pijn genoeg heeft. Dat gedrag heeft zich ook bij de Brusselse armere inwijkelingen genesteld. »